De humanistische wetenschap verheerlijkt de individuele onderzoeker en elke wetenschapper droomt ervan ooit zijn of haar naam boven aan een artikel in Science of Nature te zien. Maar een groeiend aantal artistieke en wetenschappelijke zakelijke energie voortbrengselen wordt tegenwoordig geproduceerd door de oneindige samenwerking van ‘iedereen’. Wie schrijft Wikipedia? Wij allemaal. Het individu wordt steeds meer een klein chipje in een gigantisch systeem dat niemand echt begrijpt. Ik absorbeer dagelijks talloze databits via mailtjes, telefoontjes en artikelen. Ik weet niet echt wat voor plaats ik inneem in het grotere geheel of wat voor verbanden mijn stukjes data aangaan met de data die miljarden andere mensen en computers produceren. Ik heb ook geen tijd om dat allemaal uit te zoeken, want ik heb het te druk met het beantwoorden van mijn e-mailtjes. En als ik nog efficiënter data ga verwerken – door meer mailtjes te beantwoorden, meer telefoontjes te plegen en meer artikelen te schrijven – overspoel ik de mensen om me heen met nog meer data. Deze genadeloze stortvloed van data leidt tot nieuwe uitvindingen en ontwrichtingen die niemand plant, beheerst of begrijpt. Niemand weet hoe de wereldeconomie functioneert of waar het met de wereldpolitiek naartoe gaat. Maar dat hoeft ook niemand te weten. Je hoeft alleen maar nog zakelijke energie vergelijken sneller je e-mails te beantwoorden en je moet het systeem toestemming geven om ze te lezen. Zoals kapitalisten geloven in de onzichtbare hand van de markt, zo geloven dataïsten in de onzichtbare hand van de dataflow. Als het mondiale dataverwerkingssysteem alwetend en almachtig wordt, wordt verbondenheid met het systeem de bron van alle zingeving. Mensen willen fuseren met de dataflow, want als je deel uitmaakt van de dataflow, maak je deel uit van iets veel groters dan jezelf. Traditionele religies verzekerden je dat al je woorden en daden deel uitmaakten van een overkoepelend kosmisch plan en dat God je altijd zag en zich bekommerde over al je gedachten en gevoelens. Het datageloof zegt nu dat al je woorden en daden deel uitmaken van de grote dataflow, dat de algoritmen je altijd zien en zich bekommeren om alles wat je doet en voelt. De meeste mensen vinden dat heel fijn. Voor ware gelovigen houdt loskoppeling van de dataflow het gevaar in dat je leven geen zin meer heeft. Wat heeft het voor nut om iets te doen of te ervaren als niemand daar verder iets van merkt en als het niet iets bijdraagt aan de wereldwijde uitwisseling van informatie?